Recensie: ‘Het zingende Paard’ door Claartje van Sijl

het-zingende-paardClaartje van Sijl, filosofisch counselor en trainer voor wetenschappers schreef voor ons een recensie van het boek ‘Het zingende Paard’ van Jeroen Geurts en Harm van der Gaag.

Gegevens:

Het Zingende Paard, een dialoog over voortreffelijkheid
Jeroen Geurts en Harm van der Gaag
Prometheus — Bert Bakker
ISBN13 — 9789035143357

Recensie:

Wat is excellentie, hoe stellen we het vast, kunnen en moeten we ernaar streven? In Het Zingende Paard doen Jeroen Geurts (hoogleraar neurowetenschappen en lid van De Jonge Akademie van de KNAW) en Harm van der Gaag (filosofisch consulent) verslag van hun socratische dialoog over “Excellentie”.

Socrates & de dialoog

Op de markt in het antieke Athene stelde Socrates (ca. 400 v.C.) opvattingen op de proef die door zijn tijdgenoten als vanzelfsprekend werden aangenomen. Hij bevroeg hen naar de aannames en implicaties van hun opvattingen en liet zijn gesprekspartners standaard achter in volle verwarring, doordrongen van het besef van hun onwetendheid. Veel van deze gesprekken (dialogen) zijn opgetekend door Plato, die er echter ook zijn eigen draai aan gaf.

Tegenwoordig bedoelen we met ‘socratische dialoog’ een gesprek waarin deelnemers gezamenlijk proberen een filosofische vraag te beantwoorden. Dit is meestal een langdurig gesprek over een belanghebbend onderwerp waarover deelnemers op eigen gezag en uit eigen ervaring spreken. Een hedendaags socratisch gesprek eindigt net als in het antieke Athene vaak in verwarring: het vanzelfsprekende is minder vanzelfsprekend geworden, het belang van voortdurend onderzoek is duidelijk geworden.

Excellentie inkaderen?

De dialoog tussen de neurowetenschapper en de filosoof die aan de basis ligt van Het Zingende Paard besloeg een vol weekend. Het thema is in eerste instantie ingestoken vanuit het perspectief van de wetenschapper. In de wetenschappelijke sector speelt de notie ‘excellentie’ een sleutelrol bij het toekennen van subsidies, aanstellingen en hoogleraarschappen. Al snel zijn de vragen, argumenten en conclusies die voorbij trekken in het natuurlijke verloop van het gesprek ook breder van toepassing. De mannen onder elkaar spreken onder meer over excellente auto’s.

Bij het vaststellen van ‘excellentie’ in de wetenschap hanteert men ogenschijnlijk vele verschillende, zogenaamd objectieve criteria, maar het ontbreekt aan een eenduidige meetlat. Is het dan zo dat je excellentie ‘gewoon ziet’, volgens je eigen subjectieve maatstaf? Nee, deze voorlopige conclusie blijkt niet houdbaar en niet wenselijk in de praktijk. Kijk je etymologisch vanuit het Latijn naar het begrip, dan betekent excellentie zoveel als ‘uitstijgen boven’, ‘ex-cellere’. Een excellente wetenschapper steekt daarmee boven de schaal van goed, beter, best uit. Is ‘excellentie’ dan ‘allerbest’? Wederom nee, want dan zijn we weer terug in de, inmiddels opgerekte, schaal, terwijl ‘ex’ toch suggereert dat het buiten het kader ligt. Excellentie is echt anders dan zomaar heel erg goed. Maar of er bij excellentie sprake is van het oprekken van kaders of het openbreken ervan blijft de vraag. De gesprekspartners en schrijvers slapen er een nachtje over en de dialoog gaat de volgende ochtend verder.

Het zingende paard

De titel verwijst naar de sleutelpassage in de dialoog. De filosoof, die zich steeds openlijker de rol van de antieke Socrates toekent, tovert het concept ‘voortreffelijkheid’ uit zijn hoge hoed en breekt daarmee in op de eigenlijke structuur van het socratische dialoog. Hij geeft een kleine les over de antiek Griekse notie ‘arêtê’, deugdelijkheid, voortreffelijkheid — in het Engels interessant genoeg vaak vertaald met ‘excellence’. Al is deze wending wat geforceerd, het begrip geeft een interessante impuls aan het verloop van het gesprek. Een voortreffelijk paard doet wat een paard moet doen en kunnen, als paard. Het kan dus niet zingen, maar is gewoon een goed paard, niet per se het beste paard van allemaal of een beter paard dan andere paarden. Deze conclusie is, in de beste traditie van Socrates, verwarrend, want we bedoelen normaliter met ‘excellent’ toch zeker meer, of iets anders dan ‘gewoon goed’.

Geurts en Van der Gaag willen met dit boek klaarblijkelijk een bijdrage leveren aan de brede discussie over de rol van excellentie binnen de hedendaagse wetenschappelijke talentselectie. Hun impliciete boodschap is dat de Nederlandse selectie van wetenschappelijk talent, met haar focus op excellente toponderzoekers, is als een markt voor zingende paarden. Die doen niet alleen alle paard-eigen dingen op voortreffelijke wijze, maar van hen wordt bovendien verwacht dat ze kunnen zingen. Dit vinden de schrijvende gesprekspartners duidelijk een bedenkelijke stand van zaken.

Wat heeft een hoogbegaafde aan deze opgeschreven dialoog?

Veel elementen uit deze dialoog over excellentie, het zal u niet zijn ontgaan, zijn eveneens van toepassing op het conceptualiseren van hoogbegaafdheid. Coachlink Magazine had vorig jaar april een themanummer over “uitblinken”. Kerntalentenanalyst Anna Geburtig betoogt er weliswaar met behulp van een andere filosoof (Bas Haring, “Voor een echt succesvol leven”, 2007) dat hoogbegaafdheid niet per definitie gelijk is aan succesvol zijn (p. 66-69); in de rest van het magazine legt men wel onmiddellijk de link “uitblinken = excelleren = hoogbegaafd”. Prompt is ook een meetlat nodig om onderscheid te kunnen maken, een norm om te kunnen vergelijken met anderen. Maar denk eens na over de vraag of we bij hoogbegaafdheid eigenlijk te maken hebben met oprekkende kaders of met een buitenkaderig begrip? Als je hoogbegaafdheid wilt definiëren, bepaalt je antwoord op die vraag veel.

Ik raad niet alleen “hoogbegaafdheids-theoretici” aan om dit boekje in een rustig uurtje door te lezen. Ook in de praktijk is het behulpzaam voor persoonlijke reflectie op je hoogbegaafdheid. Veel hoogbegaafden worstelen met hooggespannen prestatieverwachtingen, van anderen en van henzelf. Hoe heerlijk is het als je alleen maar “gewoon goed” hoeft te zijn in galopperen en de ploeg trekken en niet ook nog hoeft te kunnen zingen?

Claartje van Sijl, filosofisch counselor en trainer voor wetenschappers (www.vansijl.com)